LEGO'S EN LEF - AFLEVERING 3

Nadat de werking van het E-TECH-systeem - enkele maanden eerder ontwikkeld op basis van een eenvoudig LEGO-model - was aangetoond bij de eerste prototyping-rijtests, begonnen de afstellingsteams nu aan een belangrijke eerste fase. De voorstelling van een “echt” rijdend voertuig binnen de termijn van 18 maanden die Gérard Detourbet destijds had vooropgesteld nadat hij zijn goedkeuring had gegeven voor de ontwikkeling van deze hybridetechnologie. Onder de motorkap van een Dacia Sandero maakte een eerste versie van de E-TECH-motor zijn semipublieke debuut ter gelegenheid van de Innov’Days 2012. Op die dagen konden de werknemers van Renault Group kennismaken met de technologische innovaties die worden ontwikkeld.

“E-TECH is echt uniek omdat het een uiterst eenvoudige technologie is. Velen vroegen zich af of ze levensvatbaar was. Wij hebben bewezen van wel. ” Nicolas Fremau, expert in hybridearchitectuur bij Renault

EOLAB: EEN ONVERMIJDELIJKE ONTMOETING

Tegelijk maakte Renault zich op om een uitdaging van de overheid aan te gaan: een wagen ontwikkelen die minder dan 2 liter/100 km verbruikt. Die rol was voor het EOLAB-prototype. De gemengde teams (ingenieurs, ontwerpers, aerodynamici, enz.) onder leiding van Laurent Taupin werkten aan drie belangrijke pijlers: een lichter platform en koetswerk, een sterk doorgedreven stroomlijn en een zo zuinig mogelijke aandrijflijn. Een ontmoeting met de ontwikkelingsteams van de E-TECH-motor was onvermijdelijk.

“De combinatie van EOLAB en E-TECH werd al snel vanzelfsprekend. Om het project tot een goed einde te brengen, was complementariteit nodig tussen het streven naar een lager gewicht en de noodzaak om dit door middel van innovatieve technologie ook toe te passen op het aandrijfgeheel. Zo pakte Renault de zaken aan op twee complementaire manieren: een uitgekiende zuinigheid en vooral toegankelijkheid voor iedereen. ” Laurent Taupin, projectleider EOLAB

 

Het EOLAB-prototype werd onthuld op het autosalon van 2014. Op hetzelfde moment werden vakjournalisten uitgenodigd om de “demowagen” uit te proberen op het circuit van Mortefontaine: de vuurproef voor de E-TECH-motor.

EEN VIERDE VERSNELLING

EOLAB maakte zijn beloftes waar en de feedback was zeer positief. De journalisten bleken gecharmeerd door een prototype dat verbruiksrecords vestigde (uiteindelijk 1 liter/100 km) zonder daarbij de rijdynamiek (9,2 seconden voor de sprint van 0-100 km/u) en de wegligging uit het oog te verliezen. Maar net als Nicolas Fremau waren de ontwikkelingsteams niet helemaal tevreden: “We moesten de verbrandingsmotor sneller laten starten om een erg reactieve transmissie te bekomen en om het rijplezier van een ogenblikkelijk reagerend pedaal te garanderen dat een elektrische motor biedt. ”

Daarvoor moesten we allerlei zaken aanpakken die voor de aandrijflijn liggen. De oplossing bestond erin een vierde versnelling toe te voegen aan de transmissie zonder koppeling, verbonden met de verbrandingsmotor, die er aanvankelijk slechts drie had. Sterker nog, deze vierde versnelling maakte het mogelijk om de elektrische hoofdmotor volledig los te koppelen wanneer hij niet wordt gebruikt - doorgaans op de autosnelweg. Zo hoefde hij niet mee te draaien en kon ongeveer 1 kW of 3 tot 4% van het verbruik worden bespaard. “Dat maakte het rijden op de autosnelweg comfortabeler en zuiniger”, aldus Nicolas Fremau.

EEN RITJE IN DE F1

De ontwikkeling van de “E-TECH”-technologie werd voortgezet, in rechtstreeks contact met de teams van Renault Sport Racing. Hierbij moet worden opgemerkt dat de Formule 1 sinds 2009 is overgestapt op elektrificatie met KERS en in 2014 een nieuwe generatie V6-hybridemotoren introduceerde. Zowel op het circuit als op de weg willen motorbouwers hetzelfde: een lager verbruik en een hoger energierendement staan centraal in hun doelstellingen. Het waren meer bepaald de geheimen van het energy management waarover de ingenieurs die aan de E-TECH-motor werkten, meer te weten wilden komen van hun collega’s bij het Renault F1 Team, de voorloper van het huidige Alpine F1 Team.

Er ontbrak slechts één puzzelstukje om alles in elkaar te zetten: de keuze van de verbrandingsmotor. Dat werd een atmosferische 4-cilinder uit de magazijnen van de Alliantie, de HR16. Die vroeg heel wat aanpassingen, met name aan de werkingscyclus, maar stelde de innovatieve transmissie met klauwkoppelingen, die Nicolas Fremau aanvankelijk in LEGO had gemaakt, in staat om zijn volledige potentieel te benutten. Hij voldeed ook aan het streven naar kostenoptimalisatie voor een E-TECH-motor die bestemd is voor kernmodellen uit het gamma.

EEN ONWERKELIJK AVONTUUR

Vandaag de dag is de E-TECH-motor een feit. Hij wordt aangeboden als “eenvoudige” hybride versie op Clio, Captur en Arkana en als oplaadbare hybride op Captur en Mégane. Voor Nicolas Fremau is het een droom die uitkomt: “We zijn vertrokken van een zaadje, waarna de technische afdeling het concept heeft uitgewerkt dat vandaag is uitgegroeid tot een volledig gamma. ”

Het is het resultaat van een ietwat onwerkelijk avontuur, ontstaan uit een model in LEGO en uit de vindingrijkheid en het doorzettingsvermogen van een team van enthousiastelingen dat nooit heeft opgegeven bij tegenslag. Een team dat de handen in elkaar wist te slaan en voor een doel ging waar het hele bedrijf zich langzaamaan achter schaarde. Dat was nodig om deze ambitieuze riskante uitdaging te doen slagen.

“Het klopt dat het een heel risicovolle uitdaging was. Maar beetje bij beetje schaarde de hele onderneming zich er uiteindelijk achter: van de productteams en voertuigprojecten tot de bedrijfsleiders! Veel medewerkers binnen en buiten de technische afdeling waren enthousiast over dit project, wat voor een zeer sterke zelfmotivatie zorgde. Ook dat is de waarde van een bedrijf. De E-TECH-motor is een waanzinnig succes waar we allemaal trots op mogen zijn, ” besluit Nicolas Fremau.